Geluk associeerde ik doorgaans met paarse lavendel velden,
met platanen.
Met de eerste slok van een lichtroze rosé.
Maar feitelijk nooit met een door godverlaten bergland,
of vlakke leistenen of een niets ontziende mistralwind,
losliggende keien, ijzige kou.
Edoch…
Er blijk een paradijs in een klein hoekje van Frankrijk te bestaan,
waar winter tegelijk met geluk arriveert.
Een nirwana met ruige reliëfs van graniet en kalksteen en grillige uitsnijdingen.
Met gladde stenen die een weggetje verharden.
Het klinkt poëtisch.
Ik weet het.
Ondanks dat het zoeken naar een café onderweg altijd te vergeefs was tot op heden.
Meer dan anderhalf jaar geleden begon ik in gezelschap van een andere wandelvrouw,
in de Cevennen te dwalen.
In de winter.
En even voor de helderheid der dingen:
Nooit was ik bergbeklimmer of heuvel wandelaar in mijn leven.
Tuurlijk, ook ik liep braaf 10.000 stappen, want Heel Holland wandelt,
maar altijd via veilige paaltjesroutes op dat vlakke land.
Dus ik weet niks van gesteente, van grond,
van een heldere lucht die soms honderden kilometers zicht biedt en betovert.
Een hele dag lopen ja,
Maar bijna niemand zien.
Geen levend geluid horen.
Nee.
Al zijn er ook hier altijd tekens van aanwezigheid van de mens.
Door de paden die gemarkeerd zijn of in de stap stenen over het riviertje.
Of -helaas achtergelaten rotzooi.
Maar wandelen hier is niet alleen van de ene plaats naar de andere gaan.
Wandelen in de Cevennen is dé plaats voor contemplatie.
Met de werkelijkheid die hier steeds opnieuw doordringt.
De realiteit dat ik nooit meer sneller, beter of anders hoef te werken.
Dat ik echt nooit meer naar jaarlijkse teambuilding of trommelen op het strand cursussen hoef.
Maar dat ik mag zien wat ik niet eerder zag
Verborgen landschappen in Frankrijk
Met een lucht eeuwig blauw .
En inmiddels weet ik het ...
Als het paradijs een kleur zou zijn,
zal dit Cevennen blauw zijn
met iets van watergroen.
Dat staat vast.